Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar ik zal door de grootheid Uwer goedertierenheid in Uw [11]huis ingaan; ik zal mij [12]buigen naar het [13]paleis Uwer heiligheid, in Uw [14]vreze. 11. Versta, den tabernakel, want de tempel is bij Davids leven niet gebouwd. 12. In den voorhof, aan den ingang des tabernakels, richtende mijn aangezicht naar het allerheiligste, waar de ark des verbonds is. Zie Lev.1:3; hfdst.116 vs.19. In het heilige gingen de priesters, in het allerheiligste alleen de hogepriesters; Hebr.9:6,7. 13. Het Hebr. woord is een naam van koninklijke hoven, hfdst.45 vs.9,16; Spreuk.30:28, en wordt ook gebruikt van de plaats, waar God gezegd wordt te wonen, als van den tabernakel: 1 Sam.1:9, en 1 Sam.3:3, en hier. Van den tempel, 1 Kon.6:17, enz., zelfs van den hemel, hfdst.11 vs.4; Micha 1:2. 14. Met behoorlijke eerbiedigheid en ontzag voor uwe majesteit en onbegrijpelijke genade.